Het asfalt houdt op. Verderop takelt een grote boot een kleiner scheepje het water in. Een rimpeling maakt zich meester van het stille water in de Maas bij Ravenstein. Het is diezelfde rimpeling die verderop in twee wordt gedeeld door een visdraad. Het is de visdraad van Gerrit. Die is drie minuten daarvoor in de rivier verdwenen, vlak nadat Gerrit zijn hengel met een machtige zwieper door de lucht liet gaan. Hoog boven zijn rode petje.
En dan maar wachten. Gerrit is daar erg goed in. Niets doen in een stoel is een van zijn specialiteiten. Hij vindt het niet erg, want het hoort nu eenmaal bij de sport die hij bijna elke dag bedrijft. Gerrit is een kalende alleenstaande oudere man. Zwarte handen en een ronde glimlach. Op zijn minst vijf keer per week gaat hij met zijn uitrusting op pad. Stoeltje, netten, hengels, pieren, maden en een plaat met vier op hoogte af te stellen pootjes. Allemaal in een met stickers beplakt aanhangwagentje. De klep kan naar de zijkant open.
Vroeger, toen hij nog een vijfjarige Gerrit was, ging hij met zijn oom en vader mee uit vissen. Toen vond hij het al prachtig. En jaren later is dat nog steeds zo.
Thuis in een stoel zitten wil hij niet. Want hij houdt zielsveel van de buitenlucht, van zijn bakje met pieren en van zijn thermosfles. Hij denkt voortdurend aan wat voor mooie vissen er in de toekomst wel niet aan zijn hengel zouden kunnen hangen. De grootste was ooit 56 centimeter.
Als Gerrit een vis vangt volgt een heel protocol. Eerst ontdoet hij het beestje zachtaardig van de vishaak, waarna hij het exemplaar goed bestudeert. De meeste vissen kent hij bij naam. Daarna laat hij ze weer vrij in de rivier, want hij is een dierenvriend. Het is een moment van geluk.
Maar soms maakt geluk plaats voor melancholie. Want het wordt de sportvissers erg moeilijk gemaakt. Beroepsvissers trekken de hele rivier leeg en laten niets over voor de sportvisser. De vissen hebben het zwaar. Gerrit heeft het er moeilijk mee.
Aan de andere kant weet hij dat er niets aan te doen valt. Terwijl hij zich er voor de zoveelste keer bij neerlegt steekt hij een peuk op en tuurt naar de overkant. Een groep wielrenners komt voorbij. Van rechts naar links.
Zijn hengel met pier hangt nog steeds hoopvol in het water. Vooralsnog zonder vis, dat wel. Ze hebben hem door, vandaag.