Honderdtien jaar geleden was het zwoegen en ploeteren. Hard werken in zwart-wit en uiteindelijk vroeg overlijden aan een vreselijke ziekte. Af en toe een verzetje was dan ook op zijn plaats. En wat is nu leuker dan naar niet alledaagse dieren kijken. Dierentuinen had je toen alleen nog niet veel. Nee, de dieren kwamen gewoon naar je toe. De menagerie was een soort reizend circus (vijftien wagens!) dat eenmaal ter plaatse uitklapte tot een groot spektakel. Leeuwen, lama’s, tijgers, olifanten en een fanfare. Het ploeterende volk kwam in grote aantallen.
Het meisje rechts van de slurf is waarschijnlijk meegebracht door haar negentiende eeuwse ouders. Ze durfde het aan om vlakbij de Indische olifant te komen, het zal ongetwijfeld spannend zijn geweest.
De man rechts is Edward Henry Bostock, eigenaar van de menagerie. In 1928 bracht hij een boek uit: ‘Menageries, Circuses and Theaters’.