Vrije denker en acteur Boris van der Ham over vrijheid, inspiratie en boos zijn op de bozen. Een gesprek mede bepaald door citaten uit een toneelstuk waarin Boris ooit speelde: MacBeth van Shakespeare.
“MacBeth. Oei, dat is lang geleden. Het moet eind jaren negentig geweest zijn dat ik de rol van Duncan speelde. Die tekst weet ik al lang niet meer uit mijn hoofd hoor. Maar ik ben benieuwd.”
“Wat moet, kome over mij,
de tijd tikt zelfs de zwaarste dag voorbij.”
Je hebt D66 ooit een protestpartij voor optimistische mensen genoemd. Wat bedoelde je daarmee?
“Die uitspraak was er één met een knipoog. Ik zie dat er heel veel partijen zijn opgestaan die puur op het negativisme inspelen. Ik merk dat D66 en de mensen die op ons stemmen juist daartegen protesteren. Tegen het negativisme dat je overal vindt. Daarom heb ik er een draai aan gegeven. Wij zijn eigenlijk een protestpartij tegen negativisme, met optimistische mensen. Er gaat een hoop mis in Nederland en in de wereld, maar we moeten niet met de mondhoeken naar beneden het leven en politiek gaan bedrijven. Dat zou mij vermoeien. We willen niet alleen maar gezeik, we zien perspectief. We zijn boos op de bozen, zo kun je het zien.”
“Je woorden sieren je, zoals je wonden:
want beide brengen eer.”
“Als je tien jaar in de kamer zit maak je natuurlijk heel veel dingen mee. Ook op persoonlijk vlak. Politiek is een hard vak. Elke vier jaar, soms vaker, word je afgerekend en is het de vraag of je wel of niet terugkomt. Er is altijd wel gedoe in de kamer, gedoe in je eigen partij. Nou ja, daar krijg je wel wonden van. Maar ook in persoonlijke zin, als je relatie uitgaat bijvoorbeeld. Dat neem je allemaal mee. De kunst in de politiek is dat je dat soort momenten gebruikt om louterend te laten zijn. Ik ben denk ik in staat geweest om, als ik op de grond lag of dicht daarbij, mezelf als een soort Baron von Münchhausen aan mijn eigen haar omhoog te kunnen trekken. Je moet gewoon doorgaan als iets tegenzit.
Kijk, van sommige kritiek moet je je niets aantrekken. Soms is het puur afgunst. Maar sommige kritiek is terecht en dan moet je er wat aan doen.”
“Wat een gejaagdheid in zijn ogen! Zo kijkt
wie spreken wil van vreemde zaken.”
Dit citaat gaat over kennis, of over het gebrek daaraan bij sommigen. Je bent erg belezen, hebt veel kennis. Is dat je grootste goed?
“Ik heb iets met kennis, geschiedenis. Bijna elke week houd ik op internet een vrijzinnige lezing. Daar probeer ik eigenlijk de vrijheid in een historisch kader te plaatsen. Waar komen gedachtes nou vandaan? De vrijheid van meningsuiting, hoe is die nu ontstaan? Wat voor consequenties en dilemma’s geeft dat? Om daar iets over te zeggen maak ik dankbaar gebruik van geschiedenis en filosofie. Een politicus is altijd bezig met wat er vandaag gebeurt. Daar zit een hoop gejaagdheid in. Ik vind het leuk om dingen in een breder historisch perspectief te plaatsen.
De vrijzinnigheid waar ik zo voor strijd is in Nederland heel erg in de verdrukking. Veel mensen denken dogmatisch. Ze hebben ook altijd meningen over elkaar. Dan gaat het niet alleen maar over PVV’ers of Marokkanen, maar ook over hen die een mening hebben over PVV’ers. Zo van, dat is allemaal tuig. En dat is niet zo. Allemaal meningen die niet gestoeld zijn op elkaar in de ogen kijken. Hierdoor verscherpen conflicten, dat is heel slecht voor de samenleving. Dus als je economie studeert, ga naar een balletvoorstelling. Als je ballet beoefent, leer dan eens iets over economie. Probeer te zien wat er interessant aan is. Je hoeft het niet meteen leuk te gaan vinden, maar probeer te achterhalen waarom iets tot stand is gekomen. Als je echt intelligent bent, of intelligentie wilt ontwikkelen, moet je ervoor zorgen dat je jezelf met eigen ervaringen sterker maakt.
Wat ik belangrijk vind is dat bepaalde kennis je denken enorm kan versnellen. Daardoor kom je sneller bij wat je zelf vindt. Gedachten van anderen die je prikkelen of doen nadenken kunnen enorm helpen. Ik ben niet iemand die gedachten van anderen alleen maar reproduceert. Dat vind ik heel saai. Mijn grootste goed is dat ik in staat ben om met elementen die ik ken, mensen die ik ken, geschiedenis van mezelf, iets nieuws te creëren. Iets nieuws maken uit iets ouds, dat vind ik het belangrijkst.
Dat is ook wat ik mensen wil aanraden. Het ontdekken van eigen ideeën. Kennis is belangrijk, maar het moet een voertuig zijn om zelf creatief te kunnen zijn. En dat is het voor mij.”
”Je brief heeft mij heel ver vervoerd voorbij
het heden dat geen morgen kent, en ik voorvoel
in dit moment de toekomst.”
Dit citaat gaat over vervoering en inspiratie. Als inspiratie bestaat, wat inspireert jou?
“Kijk, als je een nieuw artikel of een boek wilt schrijven, dan kunnen heel veel dingen je inspireren. Een gesprek in de tram. Een wandeling door de stad waarbij je hardop nadenkt. Maar inspiratie gaat er in de basis om waarmee het je allemaal begonnen is. Het moment waarop je je idealen ging verwezelijken, waarop je ze ging verwoorden. Misschien wel dat je naar het jeugdjournaal kijkt en denkt, de honger in de wereld moet weg. Ik denk dat ik me vooral laat inspireren door dat primaire rechtvaardigheidsgevoel.”
Je ging van het toneel naar de politiek. Had dat er mee te maken dat je in de politiek echt iets aan de wereld kunt veranderen?
“Ja, dat had er zeker mee te maken. In het toneel gaat het om de analyse. Je houdt een spiegel voor de werkelijkheid. Bij de politiek is het de werkelijkheid. Politici kunnen dingen aanpassen, de wereld veranderen. Maar je moet je daarbij ook niet te veel voorstellen. Op sommige grote dingen heeft de politiek bijna of geen invloed. Mensen die verliefd worden, mensen die gaan scheiden. Er zitten natuurlijk wel kleine politieke kanten aan. Wetten, regels. Maar deze zaken gaan toch vooral buiten de politiek om.”
Ben je een geschikt persoon voor de politiek?
“Ja, ik denk wel dat dat zo is. Om een aantal redenen. Ik ben wat atypisch. Ik kom bijvoorbeeld niet uit de ambtenarij voort. Als goed politicus moet je denk ik een beetje atypisch zijn. En ik ben niet iemand van de ingesleten gedachten. Ik denk niet: zo hebben we het altijd gedaan, dus zo zullen we het maar blijven doen. En ik denk ook dat ik geschikt ben omdat ik mensen leuk vind, al klinkt dat wat Libelle-achtig. Ik vind het leuk om met iedereen te spreken. Als ik op vakantie aangesproken word met een politieke vraag, dan vind ik dat leuk, zeker niet vervelend. Als je dat als politicus vervelend vindt, dan ben je niet zo geschikt denk ik.”
“Ben je bang,
in durf en daad dezelfde man te zijn
als in diepst verlangen?”
“Dat kan ik voor het grootste gedeelte wel. Maar ik ken niet zo heel veel remmingen hoor. Als ik iets leuk of belangrijk vind, dan doe ik het ook wel. Maar als er bijvoorbeeld iets wringt binnen mijn partij, dan moet je daar een constructieve vorm voor verzinnen die de moed aaneensluit met je verantwoordelijkheid.”
“Maar ik vrees dat je natuur,
te vol met melk van menselijke zachtheid,
niet pakt wat grijpbaar is. Jij wilt toch groot zijn,
bent niet zonder ambitie, maar mist daarbij
gewetenloosheid.”
Lady MacBeth tegen haar man, die twijfelt over de voorgenomen moord op koning Duncan. Gewetenloosheid zal ik je niet toeschrijven, maar heeft Boris van der Ham scherpe kanten?
“Ik denk dat ik het niet erg vind dat ik gewetenloosheid mis. Maar in debatten kan ik heel scherp zijn. Vechtlust. Ik geef niet op voordat ik weet dat alles gestreden is. Ik heb wel een scherpe rand. En ik ben vrij fel in mijn opvattingen. Niet alles wat ik vind is fel, dat is natuurlijk ook geen doelstelling. Naarmate ik langer in de politiek zit ben ik ook steeds minder gematigd geworden, zeker omdat ik weet dat mijn opvattingen ergens op gebaseerd zijn. Dat geeft zelfvertrouwen. Sommige mensen beginnen heel fel en eindigen gematigd, ik denk dat het bij mij precies omgekeerd is.”
“Niets in zijn leven
sierde hem meer dan zijn afscheid: hij stierf
als iemand die zijn sterven had geoefend,
zo gooide hij zijn dierbaarste bezit
weg alsof het niets was.”
Het gaat hier over de dood. Als jij er niet meer bent, hoe zou je willen dat andere mensen over je praten? En wat wil je nalaten?
“Ik ben 38, dus ik hoop dat het nog heel lang mag duren. Ik hoop dat mijn zoon en wellicht ook andere kinderen na mijn dood zeggen, wat een leuke man. Ik hoop daarnaast dat ik nog veel mag schrijven. Boekjes, toneelstukken. En ook een aantal politieke punten, wetsvoorstellen, regels. Maar allesoverkoepelend is vrijheid een groot onderwerp voor mij. Ik zou willen dat ik met een aantal wetsvoorstellen die ik gemaakt heb en een aantal dingen die ik daarnaast geschreven heb de discussie over de dilemma’s van vrijheid verder heb gebracht. Dat zou ik heel mooi vinden.”
Boris van der Ham, 29 augustus 1973.
Boris van der Ham heeft gestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam en de Toneelschool Maastricht. Acteur in diverse toneelgezelschappen en sinds zijn vijftiende politiek actief. Van 1998 tot 2000 landelijk voorzitter van de Jonge Democraten. Sinds 2002 zit hij in de Tweede Kamer voor zijn partij D66.
“MacBeth. Oei, dat is lang geleden. Het moet eind jaren negentig geweest zijn dat ik de rol van Duncan speelde. Die tekst weet ik al lang niet meer uit mijn hoofd hoor. Maar ik ben benieuwd.”
“Wat moet, kome over mij,
de tijd tikt zelfs de zwaarste dag voorbij.”
Je hebt D66 ooit een protestpartij voor optimistische mensen genoemd. Wat bedoelde je daarmee?
“Die uitspraak was er één met een knipoog. Ik zie dat er heel veel partijen zijn opgestaan die puur op het negativisme inspelen. Ik merk dat D66 en de mensen die op ons stemmen juist daartegen protesteren. Tegen het negativisme dat je overal vindt. Daarom heb ik er een draai aan gegeven. Wij zijn eigenlijk een protestpartij tegen negativisme, met optimistische mensen. Er gaat een hoop mis in Nederland en in de wereld, maar we moeten niet met de mondhoeken naar beneden het leven en politiek gaan bedrijven. Dat zou mij vermoeien. We willen niet alleen maar gezeik, we zien perspectief. We zijn boos op de bozen, zo kun je het zien.”
“Je woorden sieren je, zoals je wonden:
want beide brengen eer.”
“Als je tien jaar in de kamer zit maak je natuurlijk heel veel dingen mee. Ook op persoonlijk vlak. Politiek is een hard vak. Elke vier jaar, soms vaker, word je afgerekend en is het de vraag of je wel of niet terugkomt. Er is altijd wel gedoe in de kamer, gedoe in je eigen partij. Nou ja, daar krijg je wel wonden van. Maar ook in persoonlijke zin, als je relatie uitgaat bijvoorbeeld. Dat neem je allemaal mee. De kunst in de politiek is dat je dat soort momenten gebruikt om louterend te laten zijn. Ik ben denk ik in staat geweest om, als ik op de grond lag of dicht daarbij, mezelf als een soort Baron von Münchhausen aan mijn eigen haar omhoog te kunnen trekken. Je moet gewoon doorgaan als iets tegenzit.
Kijk, van sommige kritiek moet je je niets aantrekken. Soms is het puur afgunst. Maar sommige kritiek is terecht en dan moet je er wat aan doen.”
“Wat een gejaagdheid in zijn ogen! Zo kijkt
wie spreken wil van vreemde zaken.”
Dit citaat gaat over kennis, of over het gebrek daaraan bij sommigen. Je bent erg belezen, hebt veel kennis. Is dat je grootste goed?
“Ik heb iets met kennis, geschiedenis. Bijna elke week houd ik op internet een vrijzinnige lezing. Daar probeer ik eigenlijk de vrijheid in een historisch kader te plaatsen. Waar komen gedachtes nou vandaan? De vrijheid van meningsuiting, hoe is die nu ontstaan? Wat voor consequenties en dilemma’s geeft dat? Om daar iets over te zeggen maak ik dankbaar gebruik van geschiedenis en filosofie. Een politicus is altijd bezig met wat er vandaag gebeurt. Daar zit een hoop gejaagdheid in. Ik vind het leuk om dingen in een breder historisch perspectief te plaatsen.
De vrijzinnigheid waar ik zo voor strijd is in Nederland heel erg in de verdrukking. Veel mensen denken dogmatisch. Ze hebben ook altijd meningen over elkaar. Dan gaat het niet alleen maar over PVV’ers of Marokkanen, maar ook over hen die een mening hebben over PVV’ers. Zo van, dat is allemaal tuig. En dat is niet zo. Allemaal meningen die niet gestoeld zijn op elkaar in de ogen kijken. Hierdoor verscherpen conflicten, dat is heel slecht voor de samenleving. Dus als je economie studeert, ga naar een balletvoorstelling. Als je ballet beoefent, leer dan eens iets over economie. Probeer te zien wat er interessant aan is. Je hoeft het niet meteen leuk te gaan vinden, maar probeer te achterhalen waarom iets tot stand is gekomen. Als je echt intelligent bent, of intelligentie wilt ontwikkelen, moet je ervoor zorgen dat je jezelf met eigen ervaringen sterker maakt.
Wat ik belangrijk vind is dat bepaalde kennis je denken enorm kan versnellen. Daardoor kom je sneller bij wat je zelf vindt. Gedachten van anderen die je prikkelen of doen nadenken kunnen enorm helpen. Ik ben niet iemand die gedachten van anderen alleen maar reproduceert. Dat vind ik heel saai. Mijn grootste goed is dat ik in staat ben om met elementen die ik ken, mensen die ik ken, geschiedenis van mezelf, iets nieuws te creëren. Iets nieuws maken uit iets ouds, dat vind ik het belangrijkst.
Dat is ook wat ik mensen wil aanraden. Het ontdekken van eigen ideeën. Kennis is belangrijk, maar het moet een voertuig zijn om zelf creatief te kunnen zijn. En dat is het voor mij.”
”Je brief heeft mij heel ver vervoerd voorbij
het heden dat geen morgen kent, en ik voorvoel
in dit moment de toekomst.”
Dit citaat gaat over vervoering en inspiratie. Als inspiratie bestaat, wat inspireert jou?
“Kijk, als je een nieuw artikel of een boek wilt schrijven, dan kunnen heel veel dingen je inspireren. Een gesprek in de tram. Een wandeling door de stad waarbij je hardop nadenkt. Maar inspiratie gaat er in de basis om waarmee het je allemaal begonnen is. Het moment waarop je je idealen ging verwezelijken, waarop je ze ging verwoorden. Misschien wel dat je naar het jeugdjournaal kijkt en denkt, de honger in de wereld moet weg. Ik denk dat ik me vooral laat inspireren door dat primaire rechtvaardigheidsgevoel.”
Je ging van het toneel naar de politiek. Had dat er mee te maken dat je in de politiek echt iets aan de wereld kunt veranderen?
“Ja, dat had er zeker mee te maken. In het toneel gaat het om de analyse. Je houdt een spiegel voor de werkelijkheid. Bij de politiek is het de werkelijkheid. Politici kunnen dingen aanpassen, de wereld veranderen. Maar je moet je daarbij ook niet te veel voorstellen. Op sommige grote dingen heeft de politiek bijna of geen invloed. Mensen die verliefd worden, mensen die gaan scheiden. Er zitten natuurlijk wel kleine politieke kanten aan. Wetten, regels. Maar deze zaken gaan toch vooral buiten de politiek om.”
Ben je een geschikt persoon voor de politiek?
“Ja, ik denk wel dat dat zo is. Om een aantal redenen. Ik ben wat atypisch. Ik kom bijvoorbeeld niet uit de ambtenarij voort. Als goed politicus moet je denk ik een beetje atypisch zijn. En ik ben niet iemand van de ingesleten gedachten. Ik denk niet: zo hebben we het altijd gedaan, dus zo zullen we het maar blijven doen. En ik denk ook dat ik geschikt ben omdat ik mensen leuk vind, al klinkt dat wat Libelle-achtig. Ik vind het leuk om met iedereen te spreken. Als ik op vakantie aangesproken word met een politieke vraag, dan vind ik dat leuk, zeker niet vervelend. Als je dat als politicus vervelend vindt, dan ben je niet zo geschikt denk ik.”
“Ben je bang,
in durf en daad dezelfde man te zijn
als in diepst verlangen?”
“Dat kan ik voor het grootste gedeelte wel. Maar ik ken niet zo heel veel remmingen hoor. Als ik iets leuk of belangrijk vind, dan doe ik het ook wel. Maar als er bijvoorbeeld iets wringt binnen mijn partij, dan moet je daar een constructieve vorm voor verzinnen die de moed aaneensluit met je verantwoordelijkheid.”
“Maar ik vrees dat je natuur,
te vol met melk van menselijke zachtheid,
niet pakt wat grijpbaar is. Jij wilt toch groot zijn,
bent niet zonder ambitie, maar mist daarbij
gewetenloosheid.”
Lady MacBeth tegen haar man, die twijfelt over de voorgenomen moord op koning Duncan. Gewetenloosheid zal ik je niet toeschrijven, maar heeft Boris van der Ham scherpe kanten?
“Ik denk dat ik het niet erg vind dat ik gewetenloosheid mis. Maar in debatten kan ik heel scherp zijn. Vechtlust. Ik geef niet op voordat ik weet dat alles gestreden is. Ik heb wel een scherpe rand. En ik ben vrij fel in mijn opvattingen. Niet alles wat ik vind is fel, dat is natuurlijk ook geen doelstelling. Naarmate ik langer in de politiek zit ben ik ook steeds minder gematigd geworden, zeker omdat ik weet dat mijn opvattingen ergens op gebaseerd zijn. Dat geeft zelfvertrouwen. Sommige mensen beginnen heel fel en eindigen gematigd, ik denk dat het bij mij precies omgekeerd is.”
“Niets in zijn leven
sierde hem meer dan zijn afscheid: hij stierf
als iemand die zijn sterven had geoefend,
zo gooide hij zijn dierbaarste bezit
weg alsof het niets was.”
Het gaat hier over de dood. Als jij er niet meer bent, hoe zou je willen dat andere mensen over je praten? En wat wil je nalaten?
“Ik ben 38, dus ik hoop dat het nog heel lang mag duren. Ik hoop dat mijn zoon en wellicht ook andere kinderen na mijn dood zeggen, wat een leuke man. Ik hoop daarnaast dat ik nog veel mag schrijven. Boekjes, toneelstukken. En ook een aantal politieke punten, wetsvoorstellen, regels. Maar allesoverkoepelend is vrijheid een groot onderwerp voor mij. Ik zou willen dat ik met een aantal wetsvoorstellen die ik gemaakt heb en een aantal dingen die ik daarnaast geschreven heb de discussie over de dilemma’s van vrijheid verder heb gebracht. Dat zou ik heel mooi vinden.”
Boris van der Ham, 29 augustus 1973.
Boris van der Ham heeft gestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam en de Toneelschool Maastricht. Acteur in diverse toneelgezelschappen en sinds zijn vijftiende politiek actief. Van 1998 tot 2000 landelijk voorzitter van de Jonge Democraten. Sinds 2002 zit hij in de Tweede Kamer voor zijn partij D66.